Milieuadvies voor de voedingsmiddelenindustrie en petfood
Bedrijven die voedingsmiddelen en petfood produceren, hebben net als veel andere bedrijven in de nutssector en industrie te maken met veel complexe milieuregels. Het gaat namelijk om een sector die aanzienlijke milieu-uitdagingen met zich meebrengt. Denk hierbij aan verontreiniging van bodem en lucht, geurhinder, lozingen en hoog energieverbruik. De introductie van de Omgevingswet per 1 januari 2024 heeft de procedure voor het verkrijgen van noodzakelijke vergunningen ingrijpend veranderd. Voor iedere kernactiviteit is nu een specifieke vergunning vereist, wat diepgaande kennis van zowel jouw bedrijfsvoering als de relevante milieuvoorschriften vereist.
Kernactiviteiten in de voedingsmiddelenindustrie
Als jouw bedrijf actief is in de voedingsmiddelenindustrie, vallen jouw kernactiviteiten onder verschillende categorieën, waaronder:
- Een IPPC-installatie die valt onder categorie 6.4 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie): Dit betreft installaties die significante milieu-impact kunnen hebben.
- Het slachten van meer dan 10.000 kg levend gewicht aan dieren per week: Dit omvat grote slachterijen.
- Het maken en bewerken van dierlijke of plantaardige oliën of vetten: Dit proces kan diverse milieueffecten hebben.
- Het maken en bewerken van voedingsmiddelen voor landbouwhuisdieren of pelsdieren: Dit betreft grootschalige productieprocessen.
- Het maken van zetmeel, suiker, vismeel of visolie, levensmiddelen of voeder met een stookinstallatie met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 100 kW: Dit omvat verschillende productielijnen die aanzienlijke hoeveelheden energie gebruiken.
Onder deze milieubelastende activiteiten valt bijna alle grootschalige voedingsmiddelenproductie in Nederland. Denk hierbij aan de productie van groente en fruit, vleeswaren, snacks, sauzen en kruiden. Het gaat hierbij niet om kleinschalige bereidingen zoals in bedrijfskantines, sportkantines of restaurants.
Milieuregels voor de voedingsmiddelenindustrie
Voor jouw bedrijf zijn er specifieke milieuregels van toepassing uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit, inclusief ondersteunende activiteiten. Hier is een overzicht van enkele belangrijke regels:
- Mechanisch bewerken van diverse materialen: Zorg voor minimale emissies en verontreinigingen bij mechanische bewerkingen.
- Voedingsmiddelenindustrie: Specifieke regels voor de productie en verwerking van voedingsmiddelen.
- Oplosmiddeleninstallatie: Beperk de uitstoot van schadelijke dampen en zorg voor goede ventilatie.
- Kleinschalig en grootschalig tanken: Voorkom lekkages en milieuschade bij tankactiviteiten.
- Opslaan van goederen: Zorg dat de opslag geen risico vormt voor het milieu.
- Laden en lossen van vaartuigen of drijvende werktuigen: Voorkom verontreiniging tijdens overslagactiviteiten.
- Lozen van koelwater: Voorkom verontreiniging bij het lozen van koelwater.
- Eindonderzoek bodem (bij IPPC-installaties): Voer regelmatig bodemonderzoeken uit om verontreiniging te voorkomen.
- PRTR (bij IPPC-installaties): Rapporteer nauwkeurig over de uitstoot van vervuilende stoffen.
- Verduurzaming van het energiegebruik: Beperk energieverbruik en stimuleer duurzame energiebronnen.
- Zeer Zorgwekkende Stoffen: Beheer gevaarlijke stoffen zorgvuldig en minimaliseer emissies.
- Emissies in de lucht: Zorg voor schone lucht door emissies te verminderen.
- Geluid op industrieterreinen: Beperk geluidsoverlast bij productieactiviteiten.
Wanneer is een omgevingsvergunning vereist?
Voor bepaalde activiteiten in de voedingsmiddelenindustrie is een omgevingsvergunning noodzakelijk. Dit geldt onder andere voor:
- Een IPPC-installatie die valt onder categorie 6.4 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie): Voor het lozen van afvalwater op oppervlaktewater is ook een omgevingsvergunning nodig.
- Het exploiteren van een andere milieubelastende installatie voor:
- Het maken van dierlijke of plantaardige oliën en vetten.
- Het maken van conserven van dierlijke en plantaardige producten.
- Het maken van zuivelproducten.
- Het brouwen van bier of het mouten.
- Het maken van siroop of suikerwaren.
- Het slachten van dieren.
- Het maken van zetmeel.
- Het maken van vismeel of visolie.
- Het maken van suiker.
- Het maken of bewerken van voedingsmiddelen voor landbouwhuisdieren of pelsdieren.
Een omgevingsvergunning is vaak nodig vanwege de Rie. Bij een omgevingsvergunning voor een IPPC-installatie of het exploiteren van een andere milieubelastende installatie geldt de vergunningplicht voor alle activiteiten die onder de installatie vallen. Dit omvat ook activiteiten die technisch én milieuhygiënisch zijn verbonden.
Voor andere activiteiten die onder de kernactiviteit voedingsmiddelenindustrie vallen, geldt mogelijk geen vergunningplicht. Maar let op: vaak is er een samenloop met andere activiteiten in het bedrijf waarvoor wel een vergunningplicht kan gelden.