Milieuadvies voor zwembaden

Bij AdbLOM weten we dat veel bedrijven in de sport- en recreatiesector te maken krijgen met complexe milieuwetten. Dat geldt ook voor zwembaden, waarvan de activiteiten aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Het grootste nadelige gevolg is het hoge energieverbruik. De introductie van de Omgevingswet per 1 januari 2024 heeft de procedure voor het verkrijgen van noodzakelijke vergunningen ingrijpend veranderd. Voor iedere kernactiviteit is nu een specifieke vergunning vereist, wat diepgaande kennis van zowel jouw bedrijfsvoering als de relevante milieuvoorschriften vereist.

Kernactiviteiten bij zwembaden

Als jouw bedrijf actief is in het exploiteren van een openbaar zwembad, richt je je op het aanbieden van zwemfaciliteiten die vrij toegankelijk zijn voor het publiek. Dit omvat zowel binnen- als buitenzwembaden. Het is belangrijk te weten dat zwembaden in bijvoorbeeld hotels, die alleen beschikbaar zijn voor hotelgasten, niet onder deze kernactiviteit vallen.

Milieuregels voor zwembaden

Voor jouw bedrijf zijn er specifieke milieuregels van toepassing uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit, inclusief ondersteunende activiteiten. De belangrijkste regel voor zwembaden is:

• Verduurzaming van het energiegebruik: Beperk energieverbruik en stimuleer het gebruik van duurzame energiebronnen. Dit omvat maatregelen zoals het verbeteren van de isolatie van het zwembadgebouw, het gebruik van energie-efficiënte pompen en filtersystemen, en het implementeren van hernieuwbare energiebronnen waar mogelijk.

Daarnaast kunnen er voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Het is daarom belangrijk om te kijken naar de betreffende paragrafen van het Bal en naar de regels van de gemeente, provincie of het waterschap.

Wanneer is een omgevingsvergunning vereist?

Voor de kernactiviteit van het exploiteren van een openbaar zwembad geldt geen vergunningplicht. Echter, vaak is er een samenloop met andere activiteiten in het bedrijf waarvoor wel een vergunningplicht kan gelden. Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen, geluidsoverlast, en verontreiniging van bodem en water.