Sinds begin 2015 stelt de NIWO bij de eerste aanvraag of verlenging van een Eurovergunning vast of een transportbedrijf aangemerkt moet worden als zogeheten ‘risicobedrijf’.
De NIWO gebruikt de term ‘risicobedrijf’ simpelweg omdat deze term voortvloeit uit Europese wet-en regelgeving.
Wanneer sprake van risicobedrijf?
Van een ‘risicobedrijf’ is sprake als het eigen vermogen wordt aangevuld met een achtergestelde lening, of als de solvabiliteitsratio minder dan 20% is (= eigen vermogen ten opzichte van totale vermogen).
Het transportbedrijf voldoet bij de aanvraag van een vergunning aan de eis van kredietwaardigheid. Aangezien het bedrijf als ‘risicobedrijf’ is aangemerkt, zal de NIWO dit na een jaar opnieuw toetsten.
Elke 5 jaar toetsing vergunningvoorwaarden
Overigens worden alle vergunninghouders in het wegvervoer elke 5 jaar aan de vergunningvoorwaarden getoetst. Dit gebeurt in het kader van de verlenging van de Eurovergunning.